Interview

Ik beken… met Carlie van Tongeren

Elke maand verdienen Nederlandse auteurs een spotlight op The Confession of a Book Nerd. In de rubriek ‘Ik beken’ kom je alles te weten over hun schrijfdromen, schrijfsels en verlangens. Deze maand: Carlie van Tongeren.

Foto: Bianca Toeps

Ik ben Carlie van Tongeren, YA-auteur bij uitgeverij Blossom Books van Heerestraat & Rozenlaan (2018), Het meisjesmanifest (2019) en de novelle Het zusje van (verschijnt bijna!). Naast schrijven word ik blij van lezen, series kijken, pilates/hardlopen, op vakantie gaan via huizenruil en natuurlijk van alle mensen die belangrijk voor me zijn (vriend, 2 kindjes, rest van mijn familie & vriendinnen). 

Nina’s ouders zijn net gescheiden. Dat betekent niet alleen dat Nina vanaf nu elk weekend met een enorme weekendtas heen en weer moet fietsen tussen twee huizen, maar ook dat ze in sneltreinvaart moet wennen aan de nieuwe situatie. Aan de nieuwe vriendin van haar vader bijvoorbeeld, die twee kinderen heeft: Lindi (type valse stiefzus) en Mark (headbangende metalfan). En aan het feit dat haar moeder als een zombie-in-pyjama door het huis wandelt.
Eigenlijk heeft Nina het al druk genoeg met voetbal, vriendinnen en haar laatste schooljaar – en nu komt dit er ook nog bij. Hoe moet ze dit in hemelsnaam allemaal tegelijk doen?
Heerestraat en Rozenlaan | Blossom Books |9789463491259 | paperback | €17,99 | 275 p.

Als Tess na de vakantie terug op school komt, staat ze opeens bekend als de Slet van de Zomer. Er wordt een Slettenlied gemaakt en iedereen heeft opeens een mening over haar. Maar Tess laat dit niet zomaar over zich heen gaan: ze maakt een filmpje, gaat de discussie aan en vecht terug
Haar vriendinnen Kati en Sara staan klaar om haar te helpen, maar hebben daarnaast zelf ook genoeg om zich druk over te maken. Sara heeft een Jaar Zonder Jongens, waar ze eigenlijk niets over kwijt wil. Niets. Toch? En Kati probeert haar eigen weg te vinden, maar dat is nog niet zo makkelijk als iedereen (je ouders, je vriendinnen, zijzelf) daar een mening over heeft.
Het meisjesmanifest | Blossom Books | 978 94 6349 1594 | paperback | €18,99 | 331 p.

  • Was het altijd je droom om schrijver te worden?

Zonder twijfel! Ik schrijf al zo lang als ik me kan herinneren. Alleen: hoe word je schrijver? Dat wist ik dan weer niet… Ik bezocht wel de open dag van een schrijversopleiding, maar besloot toch journalistiek te gaan studeren omdat me dat een verstandigere keuze leek. Ik heb een aantal jaren met plezier als journalist gewerkt, eerst op een redactie en later freelance, maar moest toen toch toegeven dat ik door dat werk nooit mijn echte schrijfdroom zou waarmaken. Het putte me uit en na een hele week artikelen schrijven, was het laatste waar ik zin in had voor mijn plezier aan een boek werken. In 2013 stopte ik als journalist en begon ik een administratiekantoor samen met mijn vader om mijn vaste lasten te betalen. Vanaf toen kwam mijn schrijfcarrière (wauw, wat klinkt dat) wél van de grond. Via doktersromans en chicklits/feelgood publiceerde ik uiteindelijk waarvan ik altijd al droomde: Young Adult-boeken.

  • Wat is het eerste verhaal dat je ooit hebt geschreven? (Het hoeft niet per se een afgewerkt boek te zijn!)

Dat was een mini-scenario toen ik een jaar of 7 was. Ik schreef het op de typemachine van mijn moeder, omdat ik het gezelliger vond om in de woonkamer te zitten dan boven achter de computer (er waren nog geen laptops). Het heette ‘Rijst met kerriesaus’, omdat ik dat toen het vieste eten vond. Het meisje in dat scenario wordt er ziek van en hoeft het daarna van haar ouders nooit meer te eten. Wat een plot, hè? Haha. (Overigens is diezelfde rijst met kerriesaus van mijn moeder nu een van mijn favorieten!) 

  • Zijn er bepaalde zinnetjes of uitdrukkingen die je vaak gebruikt in je boeken (en waar (proef)lezers je soms op wijzen)?

Nou, als ik niet oplet, dan glimlachen, grinniken of grijnzen mijn hoofdpersonen wel heel erg vaak. Verder heb ik (schijnbaar) in elk boek weer nieuwe woorden die ik te vaak gebruik. Zo wees mijn vriend me in de eerste versie van mijn YA-debuut Heerestraat & Rozenlaan erop dat ik echt té vaak schreef over een waterkoker. Dat Nina naar het lampje van de waterkoker kijkt, dat ze wacht tot het water in de waterkoker gaat borrelen, dat ze wegdroomt terwijl ze de waterkoker hoort… En dat meer dan 20x! Ik ben zó blij dat dit eruit is, want een waterkoker is nou niet echt het allerboeiendste om over te lezen haha.

  • Wat staat er nog op je bucketlist als het om schrijven gaat?

Naast YA schrijven heb ik nog een andere grote schrijfdroom: scenarioschrijven. Ik vind dialogen schrijven het aller, aller, allerleukst. Als puber schreef ik geen verhalen maar scenario’s – ik denk als een soort uitlaatklep want dat was vooral een hoop gescheld op ouders haha. Tussen mijn 13e en 16e schreef ik aan een megalange soapserie. Ik heb ook scenariocursussen gedaan en toen ontdekte ik dat sommige dingen moeilijker of minder leuk waren dan ik had gedacht. Zo was ik hevig teleurgesteld toen ik bij de allereerste cursusdag te horen kreeg dat voor dialogen geldt: less is more. Maar eenmaal gewend aan dat idee, vind ik het nog even leuk. Ik heb schaduwschripts geschreven voor GTST en SpangaS en doe in mijn vrije tijd passief ervaring op door series/films te kijken – soms met script erbij, vaak een serie of film die gebaseerd is op een boek. O, en als we het dan over mijn ultieme droom hebben: een film of serie gebaseerd op een van mijn eigen boeken en dat ik dan zelf meeschrijf aan het script 

  • Wat vind je het moeilijkste aan het schrijfproces (de eerste versie, herwerken, etc)?

Ik vind het begin het moeilijkst: de synopsis schrijven. Het concept op papier krijgen voordat ik kan beginnen (plot, personages etc). Daar kan ik echt máánden zoet mee zijn. De eerste 10.000 woorden gaan me ook nog niet zo snel af, maar daarna vind ik schrijven het allerleukste van de wereld. O, en herschrijven vind ik zo mogelijk nóg leuker. Dat je met allerlei kleine veranderingen je boek nog beter en scherper maakt aan de hand van professionele feedback… blijer kun je me haast niet maken! Tijdens de hersschrijffase leef ik helemaal in mijn eigen wereldje en vergeet ik van alles in mijn privéleven. 

  • Doe je veel research voor je boeken? Hoe ga je dan te werk?

Ik check zeker dingen waarover ik twijfel. Zo vraag ik aan een goede vriendin die huisarts is altijd medische info; dat heb ik toevallig net ook weer gedaan voor mijn novelle Het zusje van. Voor ditzelfde boek vroeg ik aan mijn stiefbroer, die bij de politie werkt, hoe politieverhoren in z’n werk gaan. Echt diepgaande research doen staat op mijn wensenlijstje voor de toekomst. Vanaf 2021 zet ik mijn administratiekantoor op een laag pitje en ga ik me meer richten op schrijven (en redigeren). Daardoor hoop ik óók meer tijd te hebben om goed research te doen, want ik geloof echt dat een boek daardoor veel sterker wordt. Onlangs las ik bijvoorbeeld De geur van groen van Pamela Sharon en daaruit kon ik opmaken dat de schrijfster zich echt heel goed had verdiept in hoe het is om blind te zijn en hoe dat gaat op de middelbare school. Waar ik bijvoorbeeld verandering in zou willen brengen: ik heb weleens in reviews gelezen dat mijn boeken erg wit en/of hetero zijn, terwijl de maatschappij veel diverser is. Maar ik voel me er pas comfortabel bij om dat te doen als ik dit ook écht goed uitwerk, door proeflezers in te schakelen, mensen vooraf te interviewen etc. Hopelijk in een volgend boek dus!

  • Hoelang doe je erover om een boek te schrijven? Plan je eerst alles van tevoren uit of zet je jezelf gewoon aan het schrijven en ziet dan wel wat er komt? 

Ik ben een echte planner. Ik hou te veel van structuur om maar gewoon te beginnen en op gevoel te schrijven. Natuurlijk bedenk ik gaandeweg nieuwe dingen – hoe de wereld en de personages eruitzien, waar een scène zich afspeelt etc. – maar ik wil wel ergens naartoe kunnen schrijven. Als je het einde al weet, kun je (symbolische) dingen in het verhaal verwerken die later terugkomen. Hoelang dat duurt? Héél lang in het geval van mijn YA-debuut, daar ging bijna zes jaar overheen! Dat komt door wachtperioden, waarin ik maanden of zelfs een jaar niet schreef, en omdat ik dit manuscript eerst voor mezelf schreef, zonder uitgeverij. Ik bleef maar doorschrijven omdat ik het zó leuk vond, versie 1 telde wel 140.000 woorden! Aan de hand van feedback van een Vlaamse manuscriptenwedstrijd waarvoor ik genomineerd was (Zoute Zoen 2015/2016) en daarna van uitgeverij Blossom Books, heb ik het herschreven tot mijn allerbeste 90.000 woorden. Het meisjesmanifest schreef ik dan weer binnen een jaar. Het scheelt enorm veel tijd als je al een geïnteresseerde uitgeverij hebt! Het liefst wil ik één boek per jaar uitbrengen. 

  •  Lees je ooit recensies over je eigen boek? Waarom wel of waarom blijf je er liever van weg? 

Ik weet dat deze kwestie gevoelig ligt bij zowel bloggers als schrijvers, toch geef ik graag een eerlijk antwoord op deze vraag. Ja, ik lees altijd recensies over mijn eigen boeken. En ja, ik lees ze ook allemaal (althans, degene die ik vind via Goodreads, Instagram enz.). Als ik niet zou willen weten wat andere mensen van mijn boeken vinden, dan zou ik net zo goed kunnen schrijven zonder het ooit te publiceren. Ik wíl juist dat mijn boeken gelezen worden en dat mensen erdoor geraakt worden/er iets aan hebben/er iets van vinden. Het is wel een haat-liefdeverhouding, denk ik. Recensies kunnen je als schrijver enorm opbeuren, maar óók diep raken als iemand je boek niet geslaagd of leuk vindt of niet eens uitleest. Persoonlijk vind ik het het lastigst om een rating van een of twee sterren te krijgen zonder review erbij. Als een lezer beschrijft waarom hij/zij mijn boek niet sterk vindt, dan neem ik daaruit altijd iets mee voor mijn volgende boek(en). Soms zijn dit ook heel kleine dingen: zo had ik in Het meisjesmanifest expliciet de kledingmaat vermeld van personage Kati dat worstelt met haar figuur. Ik had er zelf totaal niet bij stilgestaan dat dat niet handig is, omdat het kan overkomen alsof die kledingmaat hebben dus niet oké is. Ik deel zelf ook weleens reviews via Instagram, maar dat zijn altijd reviews waarin ik getagd ben. Ik zal nooit zogenaamd sportief een een-ster-recensie delen met naam en toenaam, zonder toestemming, want dat vind ik echt not done. Iedere lezer moet de vrijheid hebben én houden om een mening te delen over een boek – en dat mag natuurlijk ook één ster zonder toelichting zijn.

  • Vind je dat je als auteur van YA-boeken ook vaak YA-boeken moet lezen van andere auteurs (van eigen bodem of niet)? 

Ja. Of laat ik voor mezelf spreken: ik vind het fijn en goed om bij te houden wat voor boeken er zoal verschijnen. Om van te leren en om te zien waarin ikzelf vernieuwend zou kunnen zijn. Ik lees overwegend YA’s (vertaald en van eigen bodem) en dan vooral contemporary, omdat ik dat zelf ook schrijf. Maar ik lees ook weleens YA-thrillers en daarvan leer ik dan weer andere dingen, qua spanningsboog bijvoorbeeld. Eind van de zomer verschijnt mijn eerste YA-novelle en daarvoor heb ik diverse novelles van andere Nederlandse auteurs gelezen als een soort ‘research’. Hoe gelaagd is hun korte verhaal (m.a.w. wat is te veel of te weinig voor een novelle), hoe pakken zij het aan qua vorm, wat is het tijdsbestek? Als ik midden in mijn eigen schrijfproces zit, lees ik dan weer liever géén YA’s! Dan word ik onzeker (‘aaah dit is veel beter!’) of bang dat ik het onbewust kopieer. In die perioden lees ik vaker boeken voor volwassenen, een feelgood of historische roman en non-fictie. 

Twee onmogelijke dilemma’s

  • Je gehele manuscript is plots gedeletet en je moet opnieuw beginnen of lezers lezen je boek helemaal niet. 

Hmmm, lijkt me allebei nogal dramatisch… Maar goed, één dag huilend in bed doorbrengen en opnieuw beginnen dan maar (en hopen dat ik nog héél veel heb onthouden omdat ik er al lang aan heb gewerkt). Zoals ik bij de vraag over recensies al antwoordde: ik schrijf boeken omdat ik graag wil dat ze gelezen worden. Anders kunnen mijn verhalen net zo goed voor eeuwig als manuscript op mijn eigen laptop blijven staan.

  • Zien dat lezers ezelsoren maken in je boeken of een een-ster-recensie moeten lezen. 

Ezelsoren! Echt, nul problemen mee als iemand in ‘mijn’ boek dingen opschrijft of markeert, ezelsoren maakt, koffie morst of wat dan ook. Ik vind dat eigenlijk wel mooi: het is een beetje alsof mijn boek ‘leeft’. (Zelf maak ik nooit ezelsoren trouwens! De boeken in mijn kast zijn netjes, op chocoladevlekken na dan.)

3 thoughts on “Ik beken… met Carlie van Tongeren

  1. Wat een leuk interview Audrey! De manier over het lezen van recensies vind ik erg goed, Carlie weet het juist met respect naar de blogger te benaderen. Ik heb nu ook helemaal zin om haar tweede boek te gaan lezen, die moet ik nog steeds oppakken! 🙂

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.